Evaluatie van pesticiden bestrijkt ook de hulpstoffen

Wie door de maandenlange berichtgeving over glyfosaat het bos door de bomen niet meer ziet, kan naar de website Fytoweb surfen. Daar bundelde de FOD Volksgezondheid de antwoorden op 16 elementaire vragen omtrent de onkruidbestrijder die wacht op een hernieuwing van zijn markttoelating in de EU. Voor het eerst krijgen we bijvoorbeeld meer inzicht in het voorstel van de Europese Commissie. Dat behelst onder meer een verbod op de hulpstof POE-tallowamine in onkruidbestrijders op basis van glyfosaat. En we leren dat hulpstoffen wel degelijk in beeld komen tijdens de evaluatieprocedure, tot dusver niet zozeer op EU-niveau maar wel tijdens de evaluatie op nationaal niveau.
Vorige maand nam VILT het initiatief om een stand van zaken op te maken omtrent glyfosaat. De FOD Volksgezondheid deed hetzelfde, maar nog veel uitgebreider en met meer kennis van het dossier, op de website Fytoweb. Zestien vragen worden één na één behandeld. Een pertinente vraag die in het glyfosaatdossier opduikt, is bijvoorbeeld of de EU wel voldoende aandacht besteedt aan de (veiligheid van) formuleringshulpstoffen in een gewasbeschermingsmiddel.

Tallowamine komt dan automatisch ter sprake omdat het in combinatie met glyfosaat niet veilig zou zijn. “Hulpstoffen komen in beeld tijdens de EU-evaluatie”, verzekert de FOD Volksgezondheid, “vooral in de tweede stap van de procedure.” Eerst wordt de werkzame stof op EU-niveau beoordeeld, wat al dan niet leidt tot een EU-goedkeuring. De tweede stap is de evaluatie van de gewasbeschermingsmiddelen die een goedgekeurde werkzame stof bevatten op nationaal niveau.

Uit het evaluatieverslag van glyfosaat, afgeleverd door EU-rapporteur, Duitsland bleek dat de formuleringshulpstof POE-tallowamine, die voorkomt in een aantal gewasbeschermingsmiddelen op basis van glyfosaat, de toxicologische werkingswijze van glyfosaat kan beïnvloeden. Daarom heeft de Europese Commissie voedselveiligheidsautoriteit EFSA opgedragen zich te buigen over de toxicologische eigenschappen van deze hulpstof. Een sluitende risicobeoordeling kon EFSA niet uitvoeren bij gebrek aan voldoende informatie.

De Europese regelgeving voorziet in de mogelijkheid om bepaalde formuleringshulpstoffen op een negatieve lijst te plaatsen. Stoffen die op deze lijst voorkomen kunnen niet langer als formuleringshulpstof in een gewasbeschermingsmiddel worden gebruikt. Tot op heden is nog geen enkele stof in deze lijst opgenomen – hoewel een aantal hulpstoffen in België reeds lang verboden zijn –, maar recent heeft de Europese Commissie een werkgroep opgericht die tot doel heeft een voorstel uit te werken voor een gelijkvormige EU-procedure.

In onze wekelijkse duiding schreven we nog dat het voorstel van de Europese Commissie vertrouwelijk is. De FOD Volksgezondheid licht toch een tip van de sluier zodat we te weten komen over welke voorzorgsmaatregelen gediscussieerd wordt. De Commissie stelt voor om glyfosaat opnieuw toe te staan in de EU maar neemt zijn voorzorgen gelet op de EU-evaluatie. Volgende beperkingen worden voorgesteld: een verbod op POE-tallowamine; een herziening van de goedkeuring van glyfosaat bij een indeling als kankerverwekkende stof in categorie 1A of 1B en tegen augustus moet de bevestiging volgen dat glyfosaat onze hormoonhuishouding niet verstoort.

Een deel verantwoordelijkheid wordt bij de lidstaten gelegd. Zij moeten zich in het kader van hun nationale toelatingsprocedure er van vergewissen dat de gewasbeschermingsmiddelen die glyfosaat bevatten geen genotoxische eigenschappen vertonen. En ze moeten bijzondere aandacht besteden aan de effecten op gewervelde landdieren.

De FOD Volksgezondheid is trouwens van mening dat de EU-evaluatie van glyfosaat op een transparante, onafhankelijke en wetenschappelijk verantwoorde wijze werd verricht. Het voorstel van de Commissie biedt volgens de federale overheid een antwoord op alle bezorgdheden die bij de EU-evaluatie werden geïdentificeerd.

Bron: Vilt

17269 Comments

Add Your Comment